top of page

Over Jeanette Molema

Ik ben geboren in 1963 in Creil, een klein dorpje in de Noordoostpolder. Ik heb drie broers en een zusje. Toen ik zeven jaar was, verhuisden we naar Emmeloord.

Toen ik tien werd, kreeg ik mijn eerste pony, Sondine.  Ze was nauwelijks ingereden. Ik had vaak blauwe plekken, schaafwonden en zelfs gekneusde ribben als ik weer eens gevallen was. De onderstaande foto is Hadassa's paard, Armani, een lieve merrie. Ik had de serie van de Pegasus niet kunnen schrijven zonder Hadassa die al mijn paardenverhalen kritisch checkt en de namen van Maudi en haar pony's bedacht.

Na de Middelbare school bezocht ik de  Pedagogische Academie, 'De Him', in Sneek Friesland. Ik ging op kamers en leerde binnen twee weken het Fries te verstaan. Ik kan het ook lezen, maar niet spreken.

Ik woon in  Dedemsvaart. Ik ben getrouwd met Gert. We hebben vijf kinderen. Drie meiden, Arachne, Hadassa en Stefany en twee jongens, Lennard en Mathias. Onze hond heet Sammie. Er wonen nog twee kinderen thuis. De anderen komen ook vaak en blijven eten en slapen.

Mijn beroep: Groepsleerkracht en taalcoördinator en Specialist Jonge Kind op een basisschool in Dedemsvaart en natuurlijk auteur van kinder- en jeugdboeken. 

Ik schrijf voor kinderen van vijf tot achttien. Mijn liefste wens is nog een keer een prentenboek maken. 

 

 

Mijn eerste verhaal schreef ik: toen ik net zeven jaar was. Ik illustreerde het zelf en mijn buurvrouw die leerkracht was, vond het bijzonder dat ik dat kon en het geduld had om er zo lang mee bezig te zijn. Ik vond het heel gewoon en mijn ouders ook.

Mijn eerste boek: La lune in 2005. Het is alleen nog maar tweedehands te koop, of te leen in de bibliotheek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

Ik heb een hekel aan: alles wat te vol is, prullenbakken, wasmanden, woonkamers, kasten, klaslokalen, en aan roddel en rotzooi op straat en aan winkelen.

Eten: Ik hou van friet met mosselen, en pizza di mare en Arachnes slagroomijs met warme zelfgemaakte chocoladesaus, lasagne die Mathias maakt, een etentje bij Pauline, een vriendin die erg lekker kan koken. Als een van de kinderen kookt, is het altijd lekker, omdat ik mag aanschuiven aan een gedekte tafel met mensen van wie ik hou.

Waar ik van hou: Een lange strandwandeling, een boswandeling in het Reestdal, de vroege ochtend als er nog niemand wakker is, schelpen zoeken, een rit op de rug van een paard, een onverwachte bos bloemen, een dag dat ik niks hoef. Een mooi boek, een vriendin die onverwachts belt of langskomt, zelfgebakken appeltaart, veulentjes, jonge konijntjes, de geur van verse drukinkt van een nieuw boek, schaatsen op natuurijs, in hoge golven zwemmen die je omver gooien en op het strand smijten.

Mijn ideeën krijg ik van: Situaties op het plein of in de klas, krantenberichtjes, een flard van een gesprek, een museumbezoek, een gesprek met een van onze kinderen of hun vrienden, maar ook van  gebeurtenissen van vroeger.

Een schrijver herkent een verhaal wanneer het langskomt

Book no.1
bottom of page